THUIS BLIJVEN - vertaling in Duits

• daheim bleiben
• zuhause bleiben
• zu Hause bleiben
• hier bleiben
• zu Hause sein
• daheimbleiben
• zu Hause bleibt
• bleib Zu hause

Voorbeelden van het gebruik van Thuis blijven in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik wil vandaag thuis blijven.
Ich möchte heute daheimbleiben.

Laten we thuis blijven.
Lass uns zu Hause bleiben.

Mag ik niet thuis blijven?
Kann ich hier bleiben?

Dus thuis blijven.
Bleib zu Hause.

Gij kunt thuis blijven.
Du kannst zuhause bleiben.

moet je je optutten en thuis blijven.
solltest du dich herausputzen und daheim bleiben.

Je zou thuis blijven.
Du solltest doch zu Hause bleiben.

Je moet van Coulson thuis blijven en daar ga je mee akkoord?
Coulson sagt,"bleib zu Hause" und du stimmst einfach zu?.

weet je, gewoon thuis blijven en herstellen.
einfach zuhause bleiben und uns erholen.

Hij neukte elke vrouw… en ik moest thuis blijven en zijn onderbroeken wassen.
Und ich musste daheim bleiben und seine dreckigen Unterhosen reinigen.

Je moest toch thuis blijven.
Du musst doch zu Hause bleiben.

Je moet thuis blijven.
Bleib zu Hause.

Irene kan gewoon niet thuis blijven.
Irene kann nicht zuhause bleiben.

Batman, misschien moet ik vannacht thuis blijven.
Batman, vielleicht sollte ich heute zu Hause bleiben.

Ik kan best alleen thuis blijven.
Gut. Ich könnte allein daheim bleiben.

We moeten ons geen zorgen maken en thuis blijven zitten.
Wir sollten und nicht sorgen und zuhause bleiben.

Inderdaad. We moeten nu allemaal thuis blijven.
Ja. Wir alle müssen zu Hause bleiben.

En dan, zomaar… Zal ze thuis blijven met haar aapje.
Und dann, einfach so, wird sie daheim bleiben… mit ihrem Äffchen.

Hij kan niet thuis blijven.
Er kann nicht zuhause bleiben.

Nee, laten we thuis blijven.
Nein, lass uns zu Hause bleiben.