Voorbeelden van het gebruik van Spenderen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Extra tijd op school spenderen, niet ronddansen.
Ik wist niet dat je zoveel kon spenderen aan whisky. 1500 pond?
Tijd die ik had kunnen spenderen met mijn dochter?
Zeit, die ich mit meiner Tochter hätte verbringen können?Het hooggerechtshof zegt dat geld spenderen vrije meningsuiting is.
Das Bundesgericht besagt, Geld ausgeben ist Redefreiheit.Ik wil wat tijd spenderen met deze man.
Ich möchte mit dem Mann einige Zeit verbringen.hij niet meer geld moet spenderen.
er unnötig Geld ausgeben muss.Als ik nog tijd met mijn nieuwe echtgenoot wil spenderen.
Wenn ich Zeit mit meinem neuen Ehemann verbringen will.Wij kunnen enkel een… beperkt bedrag spenderen.
Wir können nur einen begrenzten Betrag ausgeben.We zouden ons leven samen spenderen.
Wir wollten den Rest unseres Lebens miteinander verbringen.Vast fijn om zo veel geld te kunnen spenderen.
Muss schön sein, so viel Geld ausgeben zu können.Ik weet hoe ik de tijd die me nog rest wil spenderen.
Ich weiß, wie ich die verbleibende Zeit verbringen will.Ik weet alleen dat ik meer tijd wil spenderen met jou.
Aber jetzt möchte ich mehr Zeit mit dir verbringen.Hij wilde niet de rest van zijn leven hier spenderen.
Er wollte nicht den Rest seines Lebens hier verbringen.Emma veel tijd spenderen.
We kunnen niet allemaal onze nachten spenderen met wijn drinken op mijn sofa.
Wir können nicht alle die Nächte damit zubringen, Wein auf der Couch zu nippen.Soderzhimoe een doos spenderen voor40… 60min.
Mannen spenderen nu veel meer tijd dan verwacht aan hun dagelijkse lichaamsverzorging.
Männer nehmen sich heute für die tägliche Körperpflege weit mehr Zeit als erwartet.Ze spenderen hun verdiend geld… om de perfecte vrouw te zien.
Sie geben ihr hart verdientes Geld aus, um die perfekte Frau zu sehen.Tijd spenderen met Theo en jou betekent veel voor mij.
Dus jullie spenderen bijna 100.
Sie verballern fast 100.
