Voorbeelden van het gebruik van Vertrouwt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je vertrouwt op iedereen die nog met je wil praten.
De haas vertrouwt op z'n lange benen,
In 1869 vertrouwt deze hem de vorming van de novicen toe.
Je vertrouwt me toch?
En jij vertrouwt me niet.
U vertrouwt de verkeerde man.
I-See vertrouwt niet op kaarten.
Je vertrouwt op iedereen die nog tegen je praat.
Mijn dochter vertrouwt me niet meer.
Wie vertrouwt Helen?
En je vertrouwt Pete en Myka?
Jij vertrouwt mij, en ik jou.
Jij vertrouwt toch op je wapen in de strijd?
Bulgari vertrouwt op robuuste productieapparatuur bij de productie van horloges.
Hij vertrouwt me niet. Nee.
Je vertrouwt op een ieder die nog met je wil praten.
Georg vertrouwt op François.
U vertrouwt me niet, hé?
Je vertrouwt me niet, en je hebt geen respect voor me.
Iedereen hier vertrouwt me.