Voorbeelden van het gebruik van Wat is dat ding in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat is dat ding?
Wat is dat ding in oma's oude aquarium?
Wat is dat ding in uw koffer?
Hé. Wat is dat ding?
Baas. Dus, wat is dat ding ook alweer?
Wat is dat ding aan z'n hand?
Wat is dat ding voor jou?
Wat is dat ding waard?
Wat is dat ding?
Wat is dat ding griezelig.
Wat is dat ding?
Wat is dat ding?
En wat is dat ding in je broek?
Wat is dat ding op haar hoofd?
Wat is dat ding?
Wat is dat ding?
Dus, wat is dat ding?
Wat is dat ding dat eruit ziet
Wat was dat ding eigenlijk?
Wat was dat ding?