Voorbeelden van het gebruik van Zeis in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Gelukkig hebben we hem geen zeis gegeven.
Ze vecht met een zeis.
Wegmaaien, met een zeis.
Hoewel hij zelf nooit een zeis pakte.
Ik ga uitzoeken of onze verklikker een zeis draagt.
Het skelet te paard met een zeis?
Het heet de Zeis.
Dat is vast de Zeis.
Zeis studeerde aan de universiteiten van Leipzig,
Eduard Zeis(Dresden, 1 oktober 1807- aldaar, 28 juni 1868)
In de rustige straten van Fairwater. Nu dertigjaar later het dodental gestaag toeneemt… lijkt de man met de zeis weer te zijn teruggekeerd.
Ze noemen hem de Zeis.
Wegmaaien, met een zeis.
Hij wacht en scherpt zijn zeis.
De man met de zeis.
Hoewel hij zelf nooit een zeis pakte.
Ga zijn hoofd afhakken met je zeis.
Een zeis is een zeis! .
Niets is er dat de zeis des Tijds afweert.
Grote, wrede kerel met een zeis?