Voorbeelden van het gebruik van Zelfstandig in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
William handelde erg zelfstandig voor een computer.
Snel, hij kan niet zelfstandig ademen.
Toen werd de gemeente Koolkerke zelfstandig.
Dan ben je zelfstandig.
En ze is nu compleet zelfstandig.
Ja, precies. Blijf zelfstandig denken en vragen stellen.
Dan ademt hij zelfstandig.
Dit kunnen de afzonderlijke lidstaten zelfstandig doen;
Sinds 1991 werkt hij als zelfstandig schrijver.
Na een korte rustperiode normaliseert het zelfstandig.
minstens een ploegendienst zelfstandig kunnen werken.
Hij kan thuis zelfstandig zijn.
de afdelingen zijn zelfstandig.
Optimaal zelfstandig. Waarschijnlijk de leider.
Hij ademt zelfstandig.
Gazelle bleef na de overname een zelfstandig opererend bedrijf.
Na zijn studie vestigde Van Golden zich in 1961 als zelfstandig kunstenaar in Schiedam.
Nadat het ongeval niet zelfstandig kon bewegen.
Ik ben zelfstandig.
Ze was erg… Ze was erg zelfstandig.