Voorbeelden van het gebruik van Bidden in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
In de naam van Jezus, bidden wij.
Bidden tot God.
Ben je aan het bidden, pap? Hé!
Bidden, pensioenen, dokter, winkelen.
Bidden is beter dan slapen.
En bidden dat hij naar huis komt.
In de naam van Jezus bidden we.
Hij ging bidden voor het eten.
Ik zal voor u en uw vrouw bidden.
Bidden zou beter zijn!
Je zag hoe goed bidden tegen mijn moeder werkte.
De tijden dat moslims bidden, worden bepaald door de zon.
Ja, zullen wij voor u bidden.
Bidden zeker?
Ik was voor Tommaso aan het bidden.
Ik zal bidden voor Miss Dunhill. Niet nodig.
Maar bidden werkt, geloof me.
daar bidden anderen voor.
Maar vandaag zal ik bidden.
Natuurlijk. Bidden zeker?