Voorbeelden van het gebruik van Drink in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Drink nog wat Madeira en luister.
Welke soort koffie drink je liever?
Ik drink teveel Tequila, dat is er aan de hand.
En uiteindelijk drink je te veel.
Drink je drank beter leeg en ga weer weg.
Drink er een mee.
Drink dit. Zal ik het rapporteren?
Meng dit sap in een kopje water en drink het eenmaal daags.
En hoeveel drink je per week?
Waarom drink je thee?
Ik drink alleen een kop koffie.
Drink dat op.
Ik drink hem jong, jullie drinken hem gerijpt.
Sin-jae, drink gewoon met Eun-sup vandaag.
Blij maar hier zitten, drink je wijn… langzaam.
Maar ik drink altijd gratis bij jou.
Hoeveel koffie drink jij tegenwoordig, Hank?
Ik drink uit mijn vaders drankenkast.
Drink je glas leeg. Ik wil douchen in het hotel!
Hier, drink wat bouillon.