Voorbeelden van het gebruik van Emotieloos in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Intelligent, maar emotieloos.
Dat kun je. Emotieloos.
volledig emotieloos.
Ik ben rationeel, emotieloos.
rustig, emotieloos.
Het is altijd iets te koud, emotieloos, levenloos.
Ze waren dood en emotieloos.
maar we moeten emotieloos blijven.
Ze was volkomen emotieloos.
Ik dacht dat jullie emotieloos waren.
Maar deze moordenaar was emotieloos.
Emotieloos, je hebt gewonnen.
Dat is emotieloos, het is zwak.
Dat klinkt wat emotieloos, maar, ja, wel iets in die richting.
Emotieloos hun mandjes vullen.
De Amerikaanse ziel is hard… geïïsoleerd, emotieloos en een moordenaar.
Van emotioneel naar emotieloos.
Jij wilt dat we emotieloos dansen.
Mensen denken dat wetenschap emotieloos is.
Van emotioneel naar emotieloos.