Voorbeelden van het gebruik van Goddeloos in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij duivel, goddeloos monster!
Dete. Hij is goddeloos en haat elke levende ziel.
Zo ik goddeloos ben, wee mij!
Het is goddeloos.
Bent u goddeloos?
Daarom zijn zij duṣkṛtina, goddeloos.
Het zal goddeloos zijn.
Ik ben goddeloos hard!
Wil je geloven dat mijn volk Goddeloos en minderwaardig is?
Waarom ben je zo goddeloos?
Om op deze dag bloed te verspillen zou goddeloos zijn.
Ja. Daaraan deelnemen zou goddeloos zijn.
Niettemin werd hij een zeer goddeloos en bafgodisch man.
Omdat we allemaal goddeloos zijn.
Misschien ben je toch niet zo goddeloos als ik dacht.
Maar maakt deze leer de mensen niet zorgeloos en goddeloos?
Niettemin werd hij een zeer goddeloos en bafgodisch man.
En goddeloos.
Ik ontzeg hen alles dat goddeloos is!
Wat je doet is goddeloos.