Voorbeelden van het gebruik van Optimisten in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Alle optimisten, nog niet dood weet ik.
ik haat optimisten.
Dus, zijn ouders waren optimisten.
Het groene seizoen noemen de Northern Territory optimisten dat.
In onze ervaring zijn de meeste ontwerpers optimisten.
Verstokte gokkers zijn eeuwige optimisten.
Daarom schiep God optimisten.
Schijnbaar zijn we optimisten.
Gluurders zijn volhardende optimisten.
Wel zijn er nog altijd meer pessimisten dan optimisten.
Lust is de enige echte doeloorzaak voor pure optimisten.
Wij zien dat in onderzoek: in regio's vol optimisten beïnvloeden ze elkaar.
Dat is wat van ons zonder uitzondering optimisten maakt!
Ik loop mee in de mars van de optimisten.
Desondanks blijft maakbaarheid een karaktertrek die optimisten en sceptici delen.
Moet hij niet eens naar de Anonieme Optimisten?
En het park is helemaal vol met, wat ik geloof, optimisten.
En het park is helemaal vol met, wat ik geloof, optimisten.
De optimisten kwamen uit de grotten
Dat is terecht, zeggen optimisten, nu het voedselprobleem onder controle lijkt.