Voorbeelden van het gebruik van Roken in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Niet roken in mijn kamer.
Ik wil een molly met je roken.
Marihuana roken is een culturele toe-eigening.
Ik leer nu roken.
Ik wil een advocaat. Niet roken.
Ik wil nu roken.
Ik hoop dat mijn roken je niet stoort.
Je weet dat je niet mag roken.
Is dit m'n straf voor het roken of stelen?
Ik wil niet alleen roken.
En zeg niet tegen Thomas dat je me hebt zien roken.
Ja, ze leerden me wiet roken.
Ik droom van passief roken.
Ja, ze leerden me wiet roken.
Je mag hier niet eens roken.
Deze omvatten het roken en alcohol of cafeïnegebruik.
Er is geen roken in het appartement.
Een sigaar roken is mogelijk in onze Heerenkamer. Brasserie.
Het elektronische roken is veel goedkoper dan traditionele sigaretten.
Zonlicht en roken versnellen deze veroudering van de huid.