Voorbeelden van het gebruik van Scheelt in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wat scheelt er?- Ja?
Dat scheelt. Ik weet 't.
Dat scheelt me een hoop werk.
Wat scheelt eraan? Ik heb tegen je gelogen?
Denk je dat het mij wat scheelt, dat ik gepakt word?
O, god. Dat scheelt bes weinig.
Wat scheelt je in vredesnaam?
Wat scheelt u, dat gij niet op Gods goedheid vertrouwt?
Dat scheelt. Bijt hierop.
Dat scheelt mij zoveel tijd.
Wat scheelt er?- Ja?
Dokter Hendricks, er scheelt iets. Dank u.
Scheelt ons allemaal een zware hoofdpijn.
Ze probeert te doen alsof 't haar niet scheelt.
O, god. Dat scheelt bes weinig.
Wat scheelt hun dus, dat zij niet in de opstanding gelooven?
Wat scheelt je, zoon?
Scheelt mij weer traplopen.
Als het scheelt, beschouw Felix als een veiligheidsrisico.
Wat scheelt hem?