Voorbeelden van het gebruik van Spook in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dit spook gezicht boezemt mij geen angst meer in.
Er is geen spook in Ultieme maatjes.
Klopt, Spook, in Laos.
Zuster Spook, waar zijn mijn bekers?
Ik ben een spook in Gucci.
Eerst het spook, nu dit?
Het spook van het feest!
Dat dreigende spook van de dood.
Waarom zou het spook pas nu verschijnen?
De spook in ons huis… is een zeer getalenteerde… chef-kok.
Je bent een spook, nietwaar??
Zuster Spook, demonstratie alsjeblieft.
Hij is het Spook niet.
Spook Huis Waardering:
Ben je een spook?
En dat spook van wanhoop.
Er waart een spook rond over de financiële markten.
Ze is bij het oude spook huis. Ik weet het.
Ik zie geen spook op een driewieler.
Naar het Spook van de Opera.- Fantome?