Voorbeelden van het gebruik van Team in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Leonard, er zit een"ik" in team.
Het is een team met soldaten daar beneden.
We zijn een team in een ouder/kind hot-dog-eet wedstrijd.
Team Eén en Twee in positie.
Ik probeer mijn team te vinden.
De ster van het team.
Nee, het was Wagen en Team.
Denk er eens over na om een team te vormen met een andere bingofan.
Org- Mijn mooie echtgenote krijgt dubbel team van zwart guys.
Team Bravo en Alpha zijn op twee minuten.
John Belton en zijn team.
Hij is de co-supervisor van ons team.
Hun zus zat in mijn team.
Benoit vormde een team met de terugkerende Rhyno en ging weer als tag team vechten.
Zelfde tijd, team, plek.
Je mag m'n team niet vervangen.
Dit is mijn team, mijnheer.
En dit team.
Wat een team.
Ons forensisch team gelooft dat het slot biometrisch is.