Voorbeelden van het gebruik van Team in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je team liegt tegen je.
Heel dankbaar voor Team 3's snelle werk.
Je team is altijd welkom.
Dat is onze team psycholoog, de maatschappelijk werker
Snel gaat het team terug naar het ruimteschip.
Ieder team bestond uit zes jongens en zes meisjes.
Het team dat als eerste drie punten behaalde, won.
Het team eindigde als tiende in het kampioenschap.
Mijn team en ik zijn op een belangrijke Red One missie.
Ook nam het team deel aan de Europa Cup.
Team 1 speelt in de 2e wedstrijd thuis.
Met het team won hij het kampioenschap in 1970 en 1973.
Met dat team veroverde ze in april 2015 de Champions Cup.
Team verbetering.
Team GPS komt veel voor op de lange lijst met referenties met Hooymans duiven.
Het team van de Apollo 11 vliegt naar de Maan.
Begin een team blog of draag bij aan het blog als er al een bestaat.
Spellen, toont, team wedstrijden, vakantie, musicals.
Efficiëntie: een efficiënter team en optimale toewijzing van bronnen.
Het hele team mag heel gelukkig