Voorbeelden van het gebruik van Zij hadden in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij hadden zijn telefoon.
Zij hadden hetzelfde idee als jij.
Zij hadden een dochter, Nadine.
En zij hadden geluk.
Zij hadden stabiele gezinnen
Zij hadden twee dochters, Benjie en Rachel.
Zij hadden het van een verkoper in Schotland… die nu dood is.
Zij hadden twee bedden.
Zij hadden een zoon, een moedwillige knaap,
Zij hadden geen bewijs en toch ging mijn Frank voor 99 jaar de cel in.
Zij hadden muren, wapens.
Zij hadden hackers-ervaring.
Zij hadden de postkoets overvallen.
Zij hadden de kracht om de wereld te veranderen.
Zij hadden nog nooit zulke vrouwen in hele leven gezien.
Met Mandelbaum. Zij hadden samen iets.
Zij hadden een voorsprong.
Zij hadden een voorsprong op ons… bij elke stap die wij zette.
Over de Beckworths en alles wat zij hadden.
Zij hadden een voorsprong op ons… bij elke stap die wij zette.