Voorbeelden van het gebruik van Zij wonen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij wonen hier al jaren.
Altankhuu en Ederkhuu zijn broers. Zij wonen nu samen in Anna Home.
Zij wonen in Wimbledon, Londen
Zij wonen toch ook in onze flat?
En zij wonen bij jou?
Zij wonen tegenwoordig in Congleton, Cheshire.
Zij wonen hier allemaal ook.
Zij wonen tegenwoordig in Congleton, Cheshire.
Zij wonen ook op het kasteel.
Zij wonen vooral in Dalarna en Värmland.
Zij wonen in Calabasas Californië.
Zij wonen voornamelijk in Engeland.
Zij wonen in Duluth Minnesota.
Zij wonen in Ecuador en Peru.
Zij wonen vooral in de districten Paramaribo en Wanica.
In Alanya wonen 69 nationaliteiten en zij wonen allemaal hier bij elkaar en in vrede.
Zij wonen daar al tussen de acht en de negen jaar.
Zij wonen voornamelijk in Noord- en Zuid-Korea.
Zij wonen tot 6 maart 1937 bij de Van Stipriaans aan het Prinsevinkenpark.
Zij wonen tevens op het domein maar respecteren volledig uw privacy.