VIVEN - vertaling in Nederlands

leven
vida
vivir
vivo
wonen
vivir
asistir
vida
habitar
residir
en vivo
residencia
morar
residentes
live
en vivo
en directo
vivir
real
woont
vivir
asistir
vida
habitar
residir
en vivo
residencia
morar
residentes
leeft
vida
vivir
vivo
levende
vida
vivir
vivo
woonden
vivir
asistir
vida
habitar
residir
en vivo
residencia
morar
residentes
wonende
vivir
asistir
vida
habitar
residir
en vivo
residencia
morar
residentes
leefden
vida
vivir
vivo

Voorbeelden van het gebruik van Viven in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
¿Qué?¿Aún viven juntos?
Wonen jullie nog steeds samen?
¿También viven aquí?
Wonen jullie hier ook?
Pero viven juntos.
Maar jullie wonen samen.
Actualmente viven en todo el mundo, pero principalmente en Europa.
Tegenwoordig wonen ze verspreid over de wereld, maar voornamelijk in Europa.
Aunque viven cerca de mí ahora,
Jullie wonen nu dichtbij,
¿aún viven ahí… ahora?
Leven zij nog daar beneden, nu?
¿Todos viven juntos?
Jullie wonen allemaal samen?
¿Dónde viven,?
Waar wonen jullie?
¿Ambos viven aquí?
Wonen jullie hier allebei?
¿Y viven juntos?
En jullie wonen samen?
Quiero decir, viven juntos,¿cierto?- No?
Ik bedoel, jullie wonen samen, niet?
Viven tan cerca que a veces los oigo detrás del muro.
Jullie wonen zo dichtbij, soms hoor ik jullie door de muur.
¿En serio viven ahí?
Wonen jullie daar echt?
¿Pero no viven juntos?
Maar u woont niet samen?
Las estrellas rojas viven más tiempo, quizás miles de millones de años.
De rode sterren leven het langst, misschien wel biljoenen jaren.
¿Dónde viven ahora?
Waar wonen jullie nu?
Multitudes viven para el presente sin pensamiento
Menigten leven voor het heden met geen gedachte
¿Dónde viven en realidad?
Waar wonen jullie eigenlijk?
Además, viven de la caza de animales salvajes y la pesca.
Daarnaast leven zij van de jacht op wilde dieren, en visvangst.
Los caballos viven en el presente.
Paarden leven in het heden.
Uitslagen: 25749, Tijd: 0.1764

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands