Voorbeelden van het gebruik van Zit in in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Niemand zit in die stoel. Die stoel….
Hij zit in San Quentin. Jesus Martinez.
Het zit in de familie. Hij is gestoord!
De sleutel zit in haar broekzak.
Ik zit in een parallel universum.
Uw familie zit in het noorden.
De moeilijkheid zit in de interferentie en de druk van het kwaad.
Hij zit in de Eerste Stoel.
Hij zit in je.
Tomatensaus zit in de aderen van de familie Trancoso.
Legitimatie zit in haar tas.
En jij zit in m'n kantoor. Bedankt.
Ik zit in mijn auto.
Het antwoord zit in mijn lichaam.
Ik zit in fase vier.
De Koningin zit in de raadskamer.
Het geheim zit in'the book ofspells'.
Het zit in m'n hoofd.
Het zit in de familie, denk ik.
Je dochter zit in de Bay Area.