Voorbeelden van het gebruik van De deur is in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De deur is op slot, ik pak mijn pistool.
De deur is gesloten.
De deur is ingebeukt.
De deur is altijd open.
De deur is opengebroken.
De deur is opengescheurd.
De deur is niet op slot. Ga je gang.
Weet je waar de deur is, of wordt je liever buiten geschopt?
De deur is niet vast en jij werkt hier beneden aan die verdomde boot.
De deur is niet afgesloten
Puşa is er niet en de deur is op slot.
Ik weet het niet. De deur is op slot.
We kunnen daar ontsnappen, het enige probleem is dat de deur is afgesloten.
Je weet waar de deur is.
Je weet waar de deur is.
We moeten toch weten waar de deur is.
Iedere keer als je terug wilt komen, de deur is altijd open.
Ik ben bij de kerk en de deur is gesloten.
Op de deur is de Centrale markt,