Voorbeelden van het gebruik van Echts in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Voor Christine en Mason was het iets duurzaams en echts, het geschenk van een genezing die er al lang had moeten zijn.
Je hebt toch iets echts nodig in je leven, snap je?
te geven met Teddy, maar jullie verdienen meer, iets echts.
ik… Ik wilde er geen ding van maken tot het iets was. Iets echts.
ik een aanklacht kon bedenken iets echts en de firma kan eraan verdienen.
Genoeg gefantaseerd. Doe maar eens iets echts, iets nuttigs, iets dappers.
dat is prima maar je moet me iets echts geven.
Liefde is ofwel een menselijk begrip dan wel iets echts, toch?
Maar,"vervolgde hij,'het was iets echts, een object dat verplaatst met een ongelooflijke snelheid, gemanoeuvreerd snel, en gaf een blauw-groene glans.
kunnen binden aan iemand, maar ik voel eindelijk dat ik klaar ben voor iets echts.
Wij hadden iets echts samen.
Laat me iets echts zien!
Wil je iets echts?
Over iets echts, Robin.
Was er iets echts aan?
Alsof ik eindelijk iets echts heb gevonden.
Jij zei dat je iets echts wilde.
Het is iets echts. Niet verzonnen.
Laat haar een klein stukje hebben van iets echts hebben.
Is opwarming van de aarde iets echts of iets tijdelijks?