ECHTS - vertaling in Duits

• Echtes
• Reales
• Wahres
• Richtiges
• echt
• wirklich

Voorbeelden van het gebruik van Echts in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Niks echts.
Nichts Echtes.

Iets echts.
Etwas Reales.

Ik wil ze voor één keer iets echts bieden.
Einmal will ich ihnen etwas Echtes bieten.

Bedoel je iets echts?
Du meinst, etwas Reales?

En er groeit iets echts.
Und… und wir bauen hier etwas Echtes auf.

Ik wil iets echts voor ik.
Ich will etwas Echtes, bevor ich.

Het enige wat ik wil is iets Echts voelen.
Alles was ich will, ist, etwas Echtes zu spüren.

Dit is iets echts.
Das ist etwas Echtes, etwas.

Ik wil gewoon iets echts in m'n leven.
Ich will etwas Echtes in meinem Leben.

Ik weet dat ik iets puurs en echts in je zag.
Ich sah nur etwas Originelles und Echtes in dir.

Ik zoek iets echts.
Ich suche etwas Echtes.

We hadden iets echts.
Wir hatten etwas Echtes.

Over iets echts?
Wegen etwas Realem.

We zijn allemaal op zoek naar iets echts.
Wir alle suchen nach etwas Echtem.

Twee'echts,' echt?
Zwei Mal"wirklich"?

Iets echts. Begrepen.
Verstanden. Etwas Handfestes.

Hij doet het zelf, maar wil nu wat echts.
Aber jetzt will er mal richtig.

Dan heeft hij iets nodig om mee te beginnen, iets fysieks, iets echts.
Dann braucht er einen Ansatzpunkt, etwas Greifbares.

Ik zocht m'n hele leven naar iets echts.
Die ich traf. Ich habe mein Leben lang etwas Wahrhaftiges gesucht.

Maar tot dusver heb ik niets echts gezien.
Aber nichts von dem, was du bisher gezeigt hast, war echt.