Voorbeelden van het gebruik van Fluisteren in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Als duizend verborgen stemmen die fluisteren.
Op een avond hoorde ik haar fluisteren in de speelkamer.
Nooit zal ik haar meer mijn echte naam horen fluisteren.
En geheimen fluisteren aan hun huisdier.
Ik moet fluisteren want ik kan niet hardop praten.
En toch fluisteren de mensen dat de Koning onderhandelingen vertraagt.
Ze fluisteren tegen me, maar luid.
En ze fluisteren" Dick Cake.
Ja ik hoorde uw mannen fluisteren over hun plannen.
zeer goed met paarden kunnen fluisteren.
Ik kan het meubilair horen fluisteren.
Maar waarom fluisteren we?
Godinnen fluisteren niet.
Een pallet van kleine krokus blaadjes fluisteren dood.
Jouw vrienden praten, fluisteren.
Ik hoorde mijn ouders gisteravond fluisteren.
Ik hoorde haar iets fluisteren.
En niet fluisteren.
Ze fluisteren.
Nee, we fluisteren niet meer.