Voorbeelden van het gebruik van Fris in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Verstuif de deodorant over de huid voor een onmiddellijk fris en comfortabel gevoel.
Deze nieuwe mix is van nature zoet en heerlijk fris.
Zorg altijd voor voldoende en fris drinkwater.
Misschien wat fris?
Ik wil opnieuw beginnen… fris beginnen.
Het was fris.
Fris eventueel vooraf je kennis op over bepaalde domeinen.
En u heeft een perfecte balans tussen fris en lekker!
De prijs van een pizza met fris.
Fris uzelf op in onze lounges.
Een whitepaper moet er fris en aantrekkelijk uitzien.
IJsthee, fris?
Het product is gekomen met een fris idee die blijkbaar lijkt te werken!
Fris mijn geheugen op!
Smaakvermogen is zacht fris, gemakkelijk.
Een fris idee doet het altijd goed.
Fris mijn geheugen eens op.
We nemen wat fris en we gaan tv kijken.
Zoals Scientology zelf, is die benadering fris, anders en dynamisch.
Zorgt ervoor dat de huid schoon en fris aanvoelt.