FRISCH - vertaling in Nederlands

• vers
• fris
• net
• nieuw
• opfrissen
• frisch
• verse
• frisse
• nieuwe
• frisjes
• verser

Voorbeelden van het gebruik van Frisch in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Stiller ist ein Roman des Schweizer Schriftstellers Max Frisch, der im Jahr 1954 veröffentlicht wurde.
Stiller is een in 1954 verschenen roman van de Zwitserse auteur Max Frisch.

Ich mache mich nur etwas frisch.
Ik ga me even opfrissen.

Die sind nicht frisch.
Deze zijn niet nieuw.

Kono. Diese Schleifspuren sind frisch.
Kono. Deze sleepsporen zijn vers.

Die Farben frisch.
Die frisse kleuren.

Ich habe frisch gekochten Kaffee dabei.
Ik heb verse koffie voor je.

Bitte! Sie sind frisch geschieden.
Ze zijn net gescheiden.- Alsjeblieft.

Ich will nur frisch bleiben, für das Krankenhaus morgen.
Ik wil gewoon fris blijven voor het ziekenhuis, morgen.

Ahlen, März 2018 Frisch renoviert.
Ahlen, maart 2018 Frisch renoviert.

Ich mache: mich erst frisch.
Ik wil me eerst opfrissen.

Er ist so frisch.
Hij is zo nieuw.

Ich fühle mich frisch.
Ik voel me vers.

Nein, einen Jungen, der frisch von der Akademie kam.
Nee, een nieuwe van de academie.

Aufgrund der hohen lokalen LuftgeschwindigkeitStröme frisch und verschmutzte Luft gemischt
Vanwege de hoge lokale luchtsnelheidstreams frisse en vervuilde lucht worden gemengd

Die hat meine Mutter jeden Morgen frisch gemacht.
Verse Madeleines elke ochtend. Mijn moeder maakte altijd.

Frisch verlorene Wette! Kein Problem.
Net een weddenschap verloren- Geen probleem.

es noch so frisch ist.
aangezien het zo nieuw is.

Für ihn ist die Sache frisch.
Voor hem is dit vers.

Damit wir beide frisch bleiben?
Zodat we allebei fris blijven?

Ich mache mich frisch.
Ik ga me opfrissen.