Voorbeelden van het gebruik van Groentje in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We hebben je verkeerd ingeschat, groentje.
Ik denk niet dat dit allemaal relevant is voor jouw zaak, groentje.
Dat is een leuke dag werk voor een groentje.
Ik ben maar een groentje.
Hoe kunt u een groentje zijn op uw relatief hoge leeftijd?
Je maakt nu deel uit van een familie, groentje.
Voorzichtig, mijn klein groentje.
Wat is er, groentje?
Chris Diaz, groentje nummer één.
Wat vind jij ervan, groentje?
Koffie, groentje?
Jij bent het groentje.
Ik ben geen groentje meer.
Fijn dat je er was, groentje.
Groentjes? Wie is een groentje?
Vind je dat, groentje?
Niet te geloven dat de Wijzen me een groentje hebben gestuurd.
Laat toch zitten, groentje.
Ik had het niet tegen jou… maar tegen het groentje.
Wat is een groentje?