Voorbeelden van het gebruik van Knap in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ze vertelde iedereen hoe knap ze professor Randall vond.
Je vergeet, knap en charmant.
Hij is jong en heel erg knap.
hij is knap maar zo zuur van binnen.
Zo knap en niet meer klein. Klein?
Vind je hem knap?
Je bent best knap, wist je dat?
Blonde: knap Brunette: duikershorloge?
We waren knap in de olie.
Ze zijn minder knap dan de vrouwen op tv.
Omdat ik je knap vindt.
Hij is heel erg knap.
Trouwens, Barry was niet zo knap.
Ik wist dat je te knap was om stinkdier te zijn.
Hij is knap en charmant.
Ik vind het knap dat je bij hem bent gebleven.
Hij vindt u erg knap en volgens Google bent u nog vrijgezel.
Wow, die is knap!
Ze is echt knap.
Maar niet dat u zo knap bent.