Voorbeelden van het gebruik van Lunch in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik lunch en speel golf met hem, twee keer in de week.
Trek iets leuks aan en zoek me op na de lunch.
Lunch met mij.
Een kop koffie na de lunch zou niet gek zijn.
Met wie lunch ik?
En wil je… wil je lunch?
Ik lunch met hem.
Dat moet na de lunch gebeuren.
Ik lunch met een klant om zijn investeringszaken te bespreken.
Je werd erg ziek na de lunch.
Ga morgen naar Yuejiang… En lunch met oom Bill.
Er was iemand hier na de lunch.
Twee weken als ik niet lunch.
Wat dacht je van nog wat tennis voor de lunch?
Michelle, zorg je ervoor dat hij wat eet bij de lunch?
Ik lunch om 13:00 uur.
Lunch morgen?
Na de lunch samen thuis vrienden.
In het midden van de lunch, belt zij naar een bekende producent van de indiefilm.
Ik zie je bij de lunch en dan nemen we water!