Voorbeelden van het gebruik van Pappie in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hinekiri, laat pappie zien hoe slim je bent.
Pappie gaat kunst maken, liefje.
Is pappie thuis?
Wat doet je pappie in Gresham, Oregon?
Pappie beslist.
Dat is je pappie niet, Alvinelle.
Bedoel je pappie?
En zeg niets tegen pappie.
Z'n mammie en pappie?
Word jij Chappies pappie?
Ik ben je pappie.
Ik ben je pappie.
Ik ben je pappie niet!
Wil je me niet meer, pappie?
Ik ga naar mammie en pappie.
Het was je pappie niet.
Waar is Pappie?
Morgen is pappie jarig.
Tuurlijk, want ik ben je pappie.
Papi' betekent toch' pappie'?