DADDY - vertaling in Nederlands

papa
daddy
dad
vater
papi
vati
paps
vader
vater
dad
papa
daddy
pater
pap
dad
papa
daddy
vater
paps
pop
brei
haferbrei
vati
pappie
daddy
papa
papi
vater
dad
poppy
pappy
papilein
pappa
daddy
papa
dad
vater
papi
poppa
daddy
papa
pa
dad
vater
papa
daddy
paps
pop
dads
vati
paps
dad
dads
papa
daddy
vater
pop
dad's
papa's
daddy
dad
vater
papi
vati
paps
vaders
vater
dad
papa
daddy
pater

Voorbeelden van het gebruik van Daddy in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Big Daddy ist zurück in der Stadt.
Big daddy is weer in de stad.
Hast du Daddy gesehen?
Heb je pa gezien?
Meinst du, sie und ich, wir haben eine Zukunft? Daddy.
Pap, denk je dat ik en dat meisje een toekomst hebben?
Daddy sagt, er wohnt am Nordpol.
Pappie zei dat hij op de Noordpool woont.
Daddy, versprichst du, Mami ewig zu lieben? Danke. Danke.
Papa, beloof je dat je voor altijd van mama zult houden? Bedankt.
Ja, ich habe Dylan und seinen Daddy.
Jawel, ik heb Dylan en zijn vader.
Guckt, ich habe Daddy gefunden.
Ik heb pappa gevonden. Kijk.
Daddy hat mit morschem Holz von Sennett Häuser gebaut.
Paps kocht rot hout en oude filmsets van Mack Sennett… en bouwde daar huizen van.
Daddy war sein Coach.
Pa was zijn coach.
Du musst der Daddy sein. Versager.
Jij moet Daddy zijn. Losers.
Wisst ihr, wo Daddy und ich waren?
Weet je waar pap en ik waren?
Toter Daddy kann dich nicht retten.
Je dode pappie kan je niet redden.
Daddy, ich wusste, dass du das kannst.
Papa, ik wist dat ik het kon.
D'Argo… sag ihm, wer sein Daddy ist.
D'Argo, vertel hem wie zijn vader is.
He, kleiner Karatemann. Daddy Day Care, Karatemädchen.
Hier, karate mannetje Papa's Kinderopvang, karate vrouwtje.
Dein Daddy ist schuld daran,
Het is jou vaders schuld dat je bent
Fliegt Daddy das Flugzeug?
Vliegt paps in dat vliegtuig?
Daddy, du hast die Meisterschaft gewonnen!
Pappa, je hebt het kampioenschap gewonnen!
Ab und zu sollten Daddy und du.
Jij en pap moeten af en toe gewoon.
Daddy, hast du nicht.
Pa, heb je niet.
Uitslagen: 11961, Tijd: 0.0556

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands