Voorbeelden van het gebruik van De trainer in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De zegevierend trainer en de jockey worden toegekend een kleinere replica van de kop.
De trainer is klaar uit met Puma branding voor een geweldige uitstraling.
Het nadeel van de elliptische trainer is vrij banaal.
De trainer en beheerder van een team toevoegen.
De trainer heeft mij gefeliciteerd.
En wie de trainer heeft omgebracht?
De trainer is trots op zijn….
Dan ben ik de trainer voor jou.
Ik ben de trainer zo dankbaar.".
Vraag het aan de trainer of bestuursleden.
En wie de trainer heeft omgebracht?
De trainer is deskundig over het onderwerp.
En een 10 voor de trainer!
Meer weten over de trainer.
Ik sprak net de trainer.
We zoeken de trainer.
Enzo is de zoon van de trainer.
Ik ben de trainer.
Ik heb nog niet met de trainer gesproken.