Voorbeelden van het gebruik van Geef dat in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Geef dat aan haar.
Geef dat hier!
Geef dat de map het programma moet zoeken naar*. vcf bestanden in.
Hey, geef dat hier, broertje.
Nee, geef dat maar aan Kevin.
Geef dat hier Bradley.
Geef dat aan de voorman.
Geef dat vlees eens.
Geef dat aan mij en vertel waar ze Fiona vasthouden.
Geef dat aan Harry.
Geef dat vest hier
Geef dat hier.
Geef dat 's.
Geef dat ding 's.
Geef dat wapen!
Geef dat hier, zwarte smeerlap.
Geef dat maar!
Geef dat flesje eens.
Geef dat alsjeblieft aan mij. Ik wil het niet op mijn vloerbedekkeing.
Geef dat viltje eens, sekspoes.