Voorbeelden van het gebruik van Maar wat in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Op vakantie, maar wat wordt het weer in Genevilla?
Maar wat gebeurt er als hij een ander ontmoet en met haar trouwt?
Op vakantie, maar wat wordt het weer in Lecce?
Maar wat ben je?
Op vakantie, maar wat wordt het weer in Reersø?
Maar wat hebben we nu geleerd?
Op vakantie, maar wat wordt het weer in Motherwell?
Maar wat kunnen we dan doen?
Op vakantie, maar wat wordt het weer in Osseo?
Maar wat verstaan we dan onder de regering?
Op vakantie, maar wat wordt het weer in Wilsen?
Maar wat blijft er nog van de winkel over als zij klaar zijn?
Maar wat als er iets gebeurd met jou?
Maar wat willen ze dan van hem?
Maar wat was gedaan was vul ze.
Maar wat is dat of wat bedoelen ze daarmee eigenlijk.
Maar wat als de telefoon niet op tijd kan worden geblokkeerd?
Maar wat een angst, elke keer weer,
Wij zagen Hem opstaan, maar wat nu met ons?
We verkopen niet alleen producten, maar wat nog belangrijker is, is de service.