Voorbeelden van het gebruik van Verschonen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wel zal je gastgezin de dekens en lakens iedere week verschonen.
Zal ik dat verschonen?
Ik mag hem niet scheren, of zijn bed verschonen.
Mijn zoon kreeg $ 1500 voor zwembaden verschonen?
maken schoon, verschonen zelfs de lakens.
Probeer het op te houden… want we gaan niet je lakens of kleren verschonen.
En verschonen Prima?
Hem eten geven, verschonen, zijn medicijnen geven.
Je moet ze allebei geregeld verschonen; en om dezelfde reden.
Ga de handdoeken verschonen in kamer 2.
Je weet dat je haar luier soms moet verschonen, toch?
En je zult z'n luier moeten verschonen.
Help je me met verschonen?
Wen er maar aan, zoon. Als ik oud ben, mag jij mij verschonen.
Jij moet je eigen luiers eens gaan verschonen.
Ik moet de kussenslopen verschonen.
Hij wilde niet dat ze 'm moest verschonen.
Als Chloe wilt verschonen.
Waarom wil ze hem dan niet aanraken, verschonen of voeden?
Ik moet Trevor verschonen.