Voorbeelden van het gebruik van Verschonen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Uh, wil je de lakens miscchien verschonen.
Wil je hem verschonen?
Goed, ik moet je verband verschonen.
Vieze luiers verschonen.
Ik moet de lakens verschonen.
En mijn steek verschonen.
ik luiers kon verschonen.
Je moeder mocht niet eens hun lakens verschonen.
Ze vond het fijn dat ik luiers kon verschonen.
Ik zal er over nadenken tijdens het verschonen van mijn tampon.
Vandaag mag je zelf de lakens verschonen.
ik hem z'n verband zag verschonen.
Je moet de lakens verschonen.
Pap ik moet haar verschonen.
Ik ben haar aan het verschonen.
Heeft de dokter iets gezegd over het verschonen van.
Je moet haar toch verschonen.-Dank je.
Beddengoed inbegrepen: verschonen één keer per week.
Ontbijtservice, dagelijkse schoonmaak en het verschonen van babyuitzet om de twee dagen wordt aangeboden.
Regelmatig verschonen… en laat hem dit drankje drinken.