Voorbeelden van het gebruik van Wetenschapper in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wetenschapper met de hand van een heilige.
Word wetenschapper, vrijwilliger of gebruik andere vaardigheden.
Onschatbaar, voor een wetenschapper, maar niet zozeer voor een agent.
Een wetenschapper, die de zaak onderzoekt, is de Braziliaanse neurowetenschapper Sidarta Ribeiro.
De wetenschapper heet ineens Carvel.
Humpfrey Davy, een wetenschapper van het begin van de 19de eeuw.
Jij bent dus die wetenschapper waar de Duitse het over had.
Hij is een wetenschapper in de kwantummechanica.
Een wetenschapper gaf het me.
Ik zoek een wetenschapper, genaamd Jamie B.
Een wetenschapper worden.
Ik ben een wetenschapper en geen tovenaar.
Hij vond een wetenschapper waarvan hij dacht dat die hem kon helpen.
Dat brengt de wetenschapper op het volgende punt.
Kun je een vrouwelijke wetenschapper uit de geschiedenis noemen?
Ze is wetenschapper en werkt voor de US Nuclear Regulatory Commission.
We stoppen de wetenschapper die deze machines uitvindt.
Smithsonian wetenschapper Hannah Wood verzamelt
Oké, meneer de wetenschapper, hoe nauwkeurig is DNA?
Mohinder Suresh was een wetenschapper in onze genetica divisie.