AUTO - vertaling in Nederlands

auto
coche
automóvil
vehículo
carro
automático
camioneta
wagen
coche
auto
carro
vehículo
camión
camioneta
automóvil
carreta
vagón
aventurar
zelf
mismo
propio
auto
personalmente
solo
beschikking
decisión
disposición
auto
momento
dispensación
disponer
disponible
decision
huurauto
alquiler
auto de alquiler
carro de arrendamiento
renta un coche
rentar un auto
coche alquilado
auto alquilado
auto's
coche
automóvil
vehículo
carro
automático
camioneta
autootje
coche
automóvil
vehículo
carro
automático
camioneta
wagens
coche
auto
carro
vehículo
camión
camioneta
automóvil
carreta
vagón
aventurar

Voorbeelden van het gebruik van Auto in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Probablemente el tipo sólo amaba su auto y tiene mal carácter.
Hij is dol op zijn auto, en heel driftig.
Antes debemos mover su auto.
We moeten de wagen verplaatsen.
Mira su auto.
Kijk naar zijn auto.
Sí. Están en mi auto, donde los dejaste.
Ze zitten in de kofferbak, waar je ze achtergelaten hebt.
¡Mi auto!¡Se han cargado mi auto!.
Ze rijden mijn auto plat!
¿tengo que preocuparme de que hakeen mi auto de manera remota?
Moet ik zorgen te maken over mijn auto Wordt op afstand gehackt?
Tu auto es bonito.
Je hebt 'n toffe auto.
Tendremos que conseguir otro auto.
Ik haal een andere wagen.
Los fans de la OG Kush auto van a adorar esta versión actualizada.
Fans van autoflowering OG Kush zullen dol zijn op deze vernieuwde versie.
Le diré algo más. Mi auto es de los primeros que se hicieron aquí.
Lk rij in een van de eerste auto's die hier zijn gemaakt.
Muchos chicos tienen auto cuando obtienen su licencia.
Veel kinderen krijgen 'n auto als ze hun rijbewijs halen.
Viene otro auto. Tenía dudas acerca de lo que se te había dado.
Hier komt een andere wagen je had twijfels over wat je zou krijgen.
Es este auto.
Het komt door deze auto.
El auto es un Chevrolet.
De truck is een Chevrolet.
Necesito aprender a conducir este auto porque aparentemente es estupendo.
Ik moet leren te rijden met de auto want blijkbaar is het erg stoer.
Tocar su auto.
Aan z'n auto zitten.
Negro 88, Auto Siete, vamos.
Zwart 88, kar 7, vooruit.
Tu auto es genial.
Je hebt een geweldige wagen.
¿Y ese auto viejo de ahí es suyo?
Die oude kar hierzo. Is die van u?
Estaba con mi amiga Tracy en su auto cuando sucedió.
Hij zat in de wagen van mijn vriendin Tracy toen het gebeurd is.
Uitslagen: 35404, Tijd: 0.1036

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands