Voorbeelden van het gebruik van Compadre in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
¿Qué pasa compadre?
Buscamos a un viejo amigo nuestro un compadre llamado Alfredo García.
We zijn op zoek naar een oude vriend. Een compadre, Alfredo Garcia genaamd.Te voy a extrañar, compadre.
Ik ga je missen, maatje.Era mi compadre.
No, este es mi maldito lugar, compadre.
¿Qué con los tatuajes compadre?
Wat is er met die tattoos, man?Alto ahí, compadre.
Piensa en mí como un amigo, un compadre, un compañero de peleas.
Bezie me als een vriend, een compadre, een medestander.Te echo de menos, compadre.
Ik mis je, maatje.No vamos a hacer ningún trato aquí, compadre.
We maken geen deals, makker.Está enferma, compadre.
Ze is ziek, vriend.No puede hacer eso, compadre.
Dat kun je niet doen, man.Buenas noches, compadre.
Welterusten, maat.¡Qué alegría volver a verte, mi compadre!
Wat fijn om je weer te zien, mi compadre.¿Quién te salvará esta vez, compadre?
Wie gaat je deze keer redden, maatje?¡Somos ricos, compadre!
We zijn rijk, makker.Buen día, compadre.
Goede dag, vriend.No es un insulto, compadre.
Het is geen belediging, man.¡Qué bien que has venido, mi compadre!
Wat geweldig dat je bent gekomen, mi compadre.No te preocupes, compadre.
Maak je geen zorgen, man.
