FRIO - vertaling in Nederlands

• koud
• kou
• frio
• chilly
• koude
• kouder

Voorbeelden van het gebruik van Frio in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Hace frio afuera, pero la cama está caliente.
Het is koud daarbuiten, maar het is warm in bed.

Pero hace frio,¿sí?
Maar het is koud, ja?

Dispone de aire acondicionado frio/calor en el comedor-salón.
AC koeler/ verwarming in de eetkamer.

Servicios de aislamiento térmico en frio, con productos aislantes;
Thermische isolatie diensten in de kou, isolerende producten;

Hace frio en el supermercado y eso te gusta.
Het is koud in de supermarkt, je houdt ervan.

Eso es frio, Helen, incluso para ti.
Dat is kil, Helen, zelfs voor jouw doen.

Este mundo debe haber sido un frio y alienante lugar para un chico como ese.
Deze wereld moet kil en vreemd zijn geweest voor zo'n jongen.

Hace frio afuera.
Het is koud buiten.

Hace frio aquí.
Het is koud hier.

Frio para el verano, calor para el invierno.
Frisjes in de zomer, warm in de winter.

Ayuda AGPS Arranque en frio colocación de 26 segundos.
Steun AGPS Koud begin 26 seconden het plaatsen.

Hace frio aqui.
Het is koud hier.

Transpirar cuando hace frio, verdad?
Zweten als het koud is, toch?

Los perros tienen frio en invierno.
Hebben honden het koud in de winter.

Solo tenia frio y tenia esa… sensacion como de… escozor.
Ik had het koud en er was een… stekend… gevoel.

Venir frio puede afectar el cambio en la forma del material.
De verkoudheid die binnenkomt, kan de vorm van het materiaal beïnvloeden.

PARTE 2 Un dia frio en el infierno.
DEEL 2: Een Koude Dag in de Hel.

A los coches no les gusta el frio.
Auto's houden niet van kou.

Soy la unica que tiene frio?
Ben ik de enige die het koud heeft?

Tengo frio.
Ik heb 't koud.