IMPROVISAR - vertaling in Nederlands

improviseren
improvisar
improvisación
worden geïmproviseerd
improvisatie
improvisación
improvisado
jammen
tocar
atascos
jamming
mermelada
improvisar
interferencia
improviseert
improvisar
improvisación

Voorbeelden van het gebruik van Improvisar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Usted será capaz de improvisar e inventar sus propias obras maestras.
Je zult in staat om te improviseren en bedenken hun eigen meesterwerken.
Fue capaz de improvisar cuando fue necesario.
Was in staat om te improviseren wanneer dat nodig was.
Me gusta improvisar, pero esto es una locura.
Ik hou van improviseren, maar dit is gestoord.
Uno de ellos es como improvisar al piano.
Het is als met improviseren aan de piano.
¿Quieres improvisar en un blues?
Improviseer jij wel eens over een blues?
Entonces, deje de improvisar y deje de usar papel y pluma.
Dus stop met improviseren en stop met het gebruik van pen& papier.
tendrás que improvisar.
moet je natuurlijk improviseren.
¿Qué? Me hizo enojar, no improvisar.
Ik ben een boze vader, geen improvisator.
Bien. Temía que tuvieras que improvisar.
Ik was bang dat je gewoon zou improviseren.
Para sobrevivir, la gente es forzada a improvisar.
Om te overleven, worden de mensen gedwongen om te improviseren.
Después de eso… tendremos que improvisar.
Daarna, moeten we improviseren.
Una persona sabia sabe cuándo improvisar.
Een slim persoon weet wanneer hij moet improviseren.
Puedo improvisar algo.
Ik kan wel iets ritselen.
tuve que improvisar.
moest ik improviseren.
Él es más de improvisar.
Het is meer geïmproviseerd.
Todo lo que hice fue improvisar.
Alles wat ik deed was lapwerk.
a Dave siempre le gustó improvisar.
Dave hield ook van improviseren.
Pero después aparecieron ustedes dos idiotas, y me obligaron a improvisar.
Maar toen kwamen jullie twee idioten opdagen en werd ik ertoe gedwongen om te improviseren.
tiene que improvisar.
moet je improviseren.
yo… podamos improvisar juntos aquí.
ik hier samen kunnen spelen.
Uitslagen: 520, Tijd: 0.506

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands