PRIMO - vertaling in Nederlands

neef
primo
sobrino
la prima
nicht
prima
marica
maricón
sobrina
mariposón
cousin
primo
cuz
primo
porque
priem
punzón
primo
lezna
neefje
primo
sobrino
la prima
nichtje
prima
marica
maricón
sobrina
mariposón

Voorbeelden van het gebruik van Primo in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
pero… también es mi primo.
maar… het is ook mijn nichtje.
Quizá sea mejor que dejes que tu primo se ocupe de esto, hijo.
Misschien is het beter om je neef het eens te laten proberen, zoon.
Mi primo, Carina mi compañero, Regina.
Mijn nicht, Carina- mijn vriendin, Regina.
Tu primo se fue luego de confiarme que estaba enamorado de ti.
Je neef zei me dat hij verliefd op je is.
Mi primo piensa que el otro día te acercaste a hablarme.
Mijn neef zegt dat je contact met me zocht laatst.
¿Acaso mi primo te ha turbado?
Heeft mijn neefje verdriet gedaan?
Soy tu primo¿qué hay de malo con.
Ik ben je nicht, wat mankeert.
Mi primo dijo que harías un buen precio por el anillo de compromiso.
Mijn neef zei dat je me een goed aanbod voor een verlovingsring zou doen.
El primo de mi esposa es excelente para entretener a los invitados.
Mijn nicht… vrouw is uitstekend met gasten.
Es tu primo, hombre.
Dat is je neefje, man.
¿Cómo está nuestro primo?
Hoe is 't met onze neef?
Su primo deja el trabajo convertido en millonario,¿Y no hay resentimientos?
Je neef zegt zijn werk vaarwel als multimiljonair en geen wrokgevoelens?
Ese es tu primo Drew.
Dat is je neefje Drew.
Acabamos encantados de contar contigo para una visita, primo.
We zijn blij dat je op bezoek bent, nicht.
Mi primo lo pasó muy mal el año pasado.
Mijn neef had het heel moeilijk vorig jaar.
Tu primo nos ha dicho que te gradúas en la academia de policía la próxima semana.
Je neef zei dat je volgende week van de politieschool afstudeert.
¿Cómo fue la fiesta de tu primo?
Hoe was 't feest van je nicht?
¿Qué piensas, primo?
Hoe denk je erover, neefje?
El compañero de trabajo de un amigo de mi primo vió uno.
De collega van de neef van mijn vriend zag er een.
Vuestro primo dice que ha sido hecho por el mejor artesano de la India.
Uw neef zei dat hij gemaakt is door de beste ambachtsman in India.
Uitslagen: 4969, Tijd: 0.143

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands