PRIMOS - vertaling in Nederlands

• neven
• neefjes
• priemgetallen
• nichten
• nichtjes
• verwanten
• we neven
• priem
• primos
• prime-lenzen
• cousins

Voorbeelden van het gebruik van Primos in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Son mis primos.
Het zijn mijn nichtjes.

Estas son sólo mis primos.
Dat zijn mijn nichtjes.

Yo, en cambio, estaba en Fela, con mis primos.
Ik speelde met m'n nichtjes in Fela.

Excitados, besándose como primos en un armario.
Hitsige honden, tongkussen, zoals nichtjes in een kast.

Así que estamos contando historias de primos.
Dus we vertellen verhalen over nichtjes?

O podrías tener primos con colas.
Of je hebt misschien een neefje met een staart.

No tengo primos.
Ik heb geen neefje.

Había encontrado los factores primos de(2 ^ 67)- 1.
Hij had de factoren van het priemgetal gevonden, van(2^ 67) -1.

Primos. Eres tan aburridamente difícil de persuadir en ese sentido.
Neef, je bent zo niet-te-overreden.

Mis primos son gemelos.
Mijn neef is een tweeling.

Mis primos vivían en el 221.
M'n neef woonde op 221.

Sus primos Melanie y Charles.
Hun nicht Melanie Hamilton en haar broer Charles.

Ella usa alguna bastarda Primos lejanos.
Zij gebruikt een verbasterde verre neef.

Yo voy a anular a cada uno, por la pérdida de mis hermanos y primos.
Ik fnuik er eentje voor iedere dode broer en neef.

No. Eramos primos lejanos.
Nee, ik ben een verre neef.

Lefty, eres la prueba viviente de que los primos no deberian coger.
Lefty, volgens mij ben jij een neef van je moeder.

Acabo de hablar con uno de sus primos.
Ik sprak net met uw neef.

Sí, mi padre tenía unos primos en Chicago.
Ja, mijn vader heeft een neef in Chicago.

Y no tengo primos en Sicilia.
En ik heb geen enkele nicht in Sicilië.

No son primos.
Geen priemgetal.