VÁMONOS A CASA - vertaling in Nederlands

• we gaan naar huis
• laten we naar huis
• kom mee naar huis
• we moeten naar huis

Voorbeelden van het gebruik van Vámonos a casa in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Vámonos a casa, chico.
We gaan naar huis, knul.

Vámonos a casa. Vale.¡Oye!
Laten we naar huis gaan!

Vale, Quagmire, vámonos a casa.
Oké, Quagmire, we gaan naar huis.

Vámonos a casa. Está bien.- Ohh.
Laten we naar huis gaan.

Bueno, Carl vámonos a casa.
Goed, Carl. We gaan naar huis.

Vámonos a casa, tío.
Laten we naar huis gaan.

Vamos, Matt. Vámonos a casa.
Kom mee, Matt, we gaan naar huis.

Vámonos a casa.- Como quieras.
Laten we naar huis gaan.

Ven Aidan, vámonos a casa.
Kom op, Aidan, we gaan naar huis.

Vamos a casa. Vámonos a casa.
We gaan naar huis.

Venga. Vámonos a casa.
Kom op, we gaan naar huis.

Cariño, vámonos a casa.
Lieverd, we gaan naar huis.

Vámonos a casa, Smooch.
We gaan naar huis, Smooch.

Vámonos a casa, olvidemos todo esto.-? Estás loco?
We gaan naar huis en vergeten het?

Vamos, cielo. Vámonos a casa.
Kom, we gaan naar huis.

Vámonos a casa. Se acabó.
We gaan naar huis, Freddie.

Alex, anda, vámonos a casa.
Kom Alex, we gaan naar huis.

Vamos, papá. Vámonos a casa.
Vooruit, papa, we gaan naar huis.

Ahora vámonos a casa.
Nu gaan we naar huis.

No hacemos trabajo de campo. Vámonos a casa.
Laten we naar huis gaan.