PARLER - traduction en Néerlandais

• praten
• spreken
• vertellen
• zeggen
• gesprek
• praat
• sprak
• gesproken
• spreekt
• gepraat
• praatte

Exemples d'utilisation de Parler en Français et leurs traductions en Néerlandais

Je dois parler à mon équipier.
Ik moet even met mijn partner praten.

Vous n'êtes pas obligé de parler si vous ne voulez pas.
Je hoeft niets te zeggen als je dat niet wilt.

Je pourrais leur parler.
Ik kan met ze praten.

Si vous pouviez… Lui parler, que diriez-vous?
Als u met hem zou kunnen praten, wat zou u hem zeggen?

Appellez moi si vous entendez parler de lui, voulez-vous?
Bel me even als je van hem hoort?

J'ai essayé de lui parler, mais il est toujours si heureux.
Ik wou het hem vertellen, maar hij lijkt aldoor zo gelukkig.

Krusty, pourquoi ne pas en parler à votre père?
Krusty, waarom praat je niet eens met je vader?

On pourrait parler de l'homme comme étant le support de l'image de Dieu.
Men zou kunnen spreken van de mens als beelddrager Gods.

Cessez de me parler, M. Farnum.
Praat niet meer tegen me, Mr Farnum.

Ce n'est pas une façon de parler à sa femme.
Zo praat je niet tegen je vrouw.

Je les ai entendus parler d'évasion avant qu'ils me frappent.
Ik hoorde ze praten over ontsnappen voor ze me sloegen en daarin gooiden.

Ce n'est pas une façon de parler à ton grand frère.
Zo praat je niet tegen je grote broer.

pourquoi en parler à papa?
waarom praat je dan met papa over hem?

Et il refuse de nous parler, alors il est soit sourd
Hij praat niet met ons, dus hij is doof

Je devrai leur parler.
Ik moet met ze praten.

Je voudrais te parler à propos d e ton fils. L'attitude de Schuley aujourd'hui.
Ik wil met je praten over je zoon zijn gedrag vandaag.

On peut parler, de Nick à Nick? Je te respecte?
Kan ik je even van Nick tot Nick spreken?

Vous devez leur parler.
U moet met ze praten.

Puis-je parler à ma famille?
Kan ik even m'n gezin spreken?

Va leur parler pour voir si tu peux les lier à Chandler.
Ga maar met ze praten, kijken of ze Chandler kennen.