AFPAKKEN in English translation

take
duren
pakken
even
kosten
overnemen
vergen
treffen
ondernemen
eens
trek
away
weg
afstand
verwijderd
buurt
verderop
rijden
ver
loopafstand
vandaan
afnemen
steal
stelen
jat
pikken
stalen
afpakken
from me
van mij
van me
uit mijn
bij mij
bij me uit
uit mij
bij mij vandaan
from you
van je
van jou
van u
van jullie
jij
uit je
uit jouw
bij jou
tegen jou
bij jou vandaan
taking
duren
pakken
even
kosten
overnemen
vergen
treffen
ondernemen
eens
trek
taken
duren
pakken
even
kosten
overnemen
vergen
treffen
ondernemen
eens
trek
stealing
stelen
jat
pikken
stalen
afpakken
took
duren
pakken
even
kosten
overnemen
vergen
treffen
ondernemen
eens
trek

Examples of using Afpakken in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Je kunt hem niet afpakken.
No, I'm not keeping him from you.
Je kunt hem mij niet afpakken.
You can't take him from me.
Mensen afpakken van Barrès is te riskant.
Stealing people from Barrès' list is too tricky.
Ons geld afpakken is gewetenloos.
Taking our money is unscrupulous.
Ik had ze nooit moeten afpakken?
I never should have taken them"?
Ik wil hem niet afpakken, oké?
I don't wanna steal him, okay?
Ik had het hem kunnen afpakken.
But I could have gotten it away from him.
En niemand kan het mij afpakken.
And no-one can take it from me.
Mij afpakken van je informant gaf je een kick.
Stealing me from your informer was a turn-on for you.
Of voor 't afpakken van m'n oude staart.
Or taking my old tail.
Hij was zo dronken, ik had z'n sleutels moeten afpakken.
He was so drunk… I should have taken his keys.
Ik zag zowaar 'n demon een kind z'n leven afpakken.
I actually saw a demon when that child took his life.
MacGyver, je liet ze die bal afpakken.
MacGyver, you let them steal that ball.
Dat ze mijn kinderen afpakken.
That they take my children away.
En ik liet hem haar van me afpakken.
And I let him take her from me.
Het is makkelijker dan snoep afpakken van een kind.
It's easier than stealing candy from a baby.
Je gaat dit niet van me afpakken.
You are not taking this from me.
En jij had Madeline niet van me moeten afpakken bij de Concours D'elegance.
And you shouldn't have taken Madeline from me at the Concours D'elegance.
Stom dat ze m'n wapen afpakken.
Bummer they took my gun.
Ze pleegt in de aflevering Fallout zelfmoord om te voorkomen dat Sylar haar gave kan afpakken.
With no other choice Eden kills herself before Sylar could steal her powers.
Results: 1535, Time: 0.0964

Top dictionary queries

Dutch - English