QUITAR - vertaling in Nederlands

verwijderen
eliminar
quitar
eliminación
desinstalar
borrar
retirar
extracción
remover
desinstalación
suprimir
wegnemen
eliminar
quitar
eliminación
disipar
suprimir
llevar
tomar
sacar
aliviar
retirar
afnemen
disminuir
quitar
reducir
tomar
disminución
arrebatar
declinar
bajar
menguando
en declive
weghalen
sacar
quitar
eliminar
llevar
retirar
alejar
remover
extraer
eliminación
aquí
uittrekken
quitar
sacar
extraer
destinar
arrancar
asignar
dedicar
salir
desenvainaré
remove
quitar
eliminar
afpakken
quitar
tomar
robar
arrebatar
quite
lleven
quitarnos
weg
camino
carretera
lejos
vía
salir
fuera
ruta
calle
senda
marcha
afdoen
quitar
afectar
descartar
desvirtuar
opstijgen
despegar
ascender
subir
quitar
sacar
se elevan
se levantan
del despegue

Voorbeelden van het gebruik van Quitar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Conveniente para poner y quitar.
Handig om te zetten en opstijgen.
Ya te la puedes quitar.
Die kun je nu wel afdoen.
Al menos hay una cosa que no me pueden quitar.
Er is gelukkig één ding dat ze niet van me kunnen afpakken.
Me voy a quitar esta ropa.
Ik ga deze kleding uittrekken.
Me voy a quitar la chaqueta.
Ik ga me jasje uitdoen.
¿Te vas a quitar tus pantalones?
Ga jij ook je broek afdoen?
Le voy a quitar el arma.
lk ga zijn geweer afpakken.
Levanta suavemente la bisagra y quitar con la hoja de la puerta de edad.
Voorzichtig tilt de scharnier en opstijgen met de oude deurblad.
Voy a quitar su zapato.
Ik ga je schoen uitdoen.
NO quitar la ropa.
kleding NIET uittrekken.
¿Ya me puedo quitar esto?
Mag ik deze nu afdoen?
Tu éxito te pertenece y es algo que nadie te puede quitar.
Jouw succes is van jou, en dat kan niemand je afpakken.
¿Por qué me debo quitar el abrigo si conduzco?
Waarom moet ik mijn jas uitdoen om te rijden?
¿Me lo puedo quitar ahora?
Kan ik het nu uittrekken?
Fáciles de poner y quitar.
Gemakkelijk om te zetten en opstijgen.
Agente,¿me puede quitar las esposas?
Meneer agent, kunt u die handboeien afdoen?
No crees que te los pueda quitar,¿no?
Dus jij denkt dat ik je klanten niet kan afpakken?
Me voy a quitar el traje.
Ik ga dit pak uittrekken.
Te voy a quitar las esposas,¿está bien?
Ik ga je de handboeien afdoen, goed?
No me puedes quitar a Hannah!
Je kunt Hannah niet van me afpakken!
Uitslagen: 13371, Tijd: 0.3984

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands