Examples of using Hij bleef in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij bleef zichzelf.
Hij bleef om er naar te kijken.
Ja, en hij bleef de hele nacht doorlezen.
Hij bleef burgemeester tot 2000.
Nee. Hij bleef achter.
Hij bleef zichzelf herhalen. Type 2.
Maar hij bleef die woorden herhalen.
Hij bleef deze functie de rest van zijn leven vervullen.
Maar hij bleef hier rondhangen, gaf een paar tips aan de nieuwelingen.
Hij bleef slapen op de sofa.
Hij bleef tot '75 in Keough.
Hij bleef twee jaar in Franse krijgsgevangenschap.
Maar hij bleef doorlullen, dus tikkie,
Hij bleef hier?
Hij bleef zeggen:'Blijf goud.
Hij bleef dagenlang naar de storm kijken.
Hij bleef de hele nacht?
Hij bleef.
Hij bleef bondskanselier tot 1981.
Hij bleef dit laatste tot in 1982, jaar van zijn oppensioenstelling.