WEEK in English translation

weekly
wekelijks
week
weekblad

Examples of using Week in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ongeveer een week of acht.
About eight weeks.
Wij bieden kortingen op verblijf van een week en een langer verblijf.
We offer discounts on weekly stays and longer stays.
U bent in uw vijfde week, toch?
You're in your fifth week, right?
In de hoeveelste week was ik?
How many weeks was I?
Automatische geheugen en bijgewerkt elke week.
Automatic memory and updated every weekly.
Hij speelt volgende week in Austin.
He's playing in Austin next week.
Methotrexaat wordt eenmaal per week geïnjecteerd.
Methotrexate is injected once weekly.
We kunnen ze om de week wisselen?
We could alternate weeks with them?
Ik was in Spanje vorige week.
I was in Spain last week.
De prijzen zijn voor verblijf van een week.
The prices are for weekly stays.
En in San Francisco vijf en een halve week.
And in San Francisco… five and a half weeks.
Maar alleen voor een periode van een week.
But only for a period of one week.
Maid service tweemaal per week, extra op aanvraag.
Maid service twice weekly, extra on request.
Ik zie je volgende week in Lissabon.
I will see you in Lisbon next week.
Dat bloedonderzoek is een week oud.
That blood work is weeks old.
Kortingen zijn beschikbaar voor verblijf van een week, en contante betalingen.
Discounts are available for weekly stays, and cash payments.
Een nieuwe taco van de week introduceren.
Like introducing a new taco of the week.
Maar dat was een week geleden.
That was weeks ago.
Het is kleiner, iedere week.
It's smaller, weekly.
Ik ben hier meestal elke week.
I'm out here most weeks.
Results: 136694, Time: 0.0407

Top dictionary queries

Dutch - English