Examples of using Zeide tot haar in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En hij zeide tot haar: Geef mij Uwen zoon.
Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet;
En hij zeide tot haar: Geef mij uw zoon.
Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan.
En Elia zeide tot haar: Vrees niet, ga heen.
Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan.
Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij?
Jezus zeide tot haar: Vrouw,
Jezus zeide tot haar: Ik ben het, Die met u spreek.
Jezus zeide tot haar: Vrouw, waarom weent gij?
En zij zeide tot haar: Ga, mijn dochter.
Jezus zeide tot haar: Gij hebt wel gezegd:
Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij?
En Hij zeide tot haar.
En zij zeide tot haar jongelingen: Trekt heen voor mijn aangezicht;
En Jezus zeide tot haar.
Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal opstaan.
Jezus zeide tot haar: Gij hebt wel gezegd:
Jezus zeide tot haar: Ik ben het, die met u spreekt.
En zij zeide tot haar: Ga heen, mijn dochter!